De ondernemer past zich steeds beter aan, aan de veranderde economische omstandigheden. Dit blijkt uit de Conjunctuurenquête Nederland over het eerste kwartaal van 2010.
Zo hoeven steeds minder bedrijven maatregelen te nemen om de crisis het hoofd te bieden. Ook ervaart de ondernemer steeds minder belemmeringen in de bedrijfsvoering, hoewel het recente winterse weer nog roet in het eten gooide, vooral in de bouw. Over de winstgevendheid is de ondernemer steeds minder negatief. Ook over de werkgelegenheid is hij veel minder somber dan in 2009. Uit deze ontwikkelingen blijkt dat de eerder genomen (kosten)maatregelen hun vruchten beginnen af te werpen. De CPB-prognose voor 2010 onderstreept dit: zij verwacht een economische groei van 1,5 procent.
Frans van Steenis (algemeen directeur KvK): ”De ondernemers in Nederland krabbelen weer een beetje op, maar blijven nog op hun hoede. Het is vooral belangrijk dat het vertrouwen van de consumenten weer gaat toenemen. Dan gaan ondernemers weer investeren en gaat het vliegwiel weer draaien”.
Belemmeringen
De extreme winterse weersomstandigheden hadden bij één op de tien bedrijven (9 procent) effect op de productie of omzet. Dat is bijna twee keer zoveel als begin 2009 (5 procent). Vooral in de landbouw (23 procent) en bouw (31 procent) was dit merkbaar. Maar opvallend genoeg hadden ook de detailhandel (13 procent), vervoer- en communicatiebranche (16 procent) en de horeca (13 procent) hier flink last van. De grootste belemmering is echter nog steeds onvoldoende vraag (35 procent). Dat blijkt vooral uit de gematigde omzetverwachtingen.
Maatregelen
Het aantal ondernemers dat maatregelen moet nemen om de economische crisis het hoofd te bieden, daalt gestaag (van 76 procent in 3e kwartaal 2009 naar 72 procent in 1e kwartaal 2010). Maatregelen die worden genomen zijn onder meer het afstoten van tijdelijk personeel (21 procent), het uitstellen van investeringen (11 procent) en het afstoten van vast personeel (8 procent).
Winstgevendheid
Al beoordeelt een meerderheid van de ondernemers de winstgevendheid nog steeds negatief, toch vertoont het oordeel al een aantal kwartalen achtereen een stijgende lijn; per saldo van -38 procent (2e kwartaal 2009) naar -11 procent in het eerste kwartaal van 2010.
Werkgelegenheid
De werkgelegenheidsontwikkeling is begin 2010 iets minder somber dan eind 2009 (per saldo van -16 naar -13 procent). De detailhandel vormt hierop een uitzondering. Opvallend is dat ondernemers in de facilitaire diensten (waaronder uitzendbureaus) minder personeel afstoten. Hier loopt de werkgelegenheidsverwachting op van per saldo -29 naar -9 in het eerste kwartaal. Echter, vooral in de bouwmaterialen-, de basismetaal- en de transportmiddelenindustrie en in de detailhandel stoot een toenemend aantal bedrijven personeel af.
Ondernemersvertrouwen
Het vertrouwen van de ondernemers is nog niet geheel terug, het blijft fragiel. De duidelijke verbetering in het vierde kwartaal van vorig jaar zet niet sterk door. Het Ondernemersvertrouwen daalt landelijk licht (van -4 naar -8 procent). ”Dit ligt niet alleen aan de Nederlandse economie. Het heeft ook internationale oorzaken. Ik hoop dat het hier om een tijdelijk stokkende economie gaat”, aldus Bernard Wientjes (VNO/NCW).
De index van het Ondernemersvertrouwen is de optelsom van negatieve en positieve verwachtingen van vier indicatoren: omzet, export, investeringen en werkgelegenheid.
Highlights uit de regio
In de KvK-regio’s in het midden van Nederland stijgt het ondernemersvertrouwen, tegen de landelijke trend in, verder. Vooral de omzet en de export laten in deze regio´s voorzichtig herstel zien.
Ook de werkgelegenheidsontwikkeling wijkt veelal in positieve zin af in het midden van Nederland, al is de ondernemer ook hier nog steeds negatief gestemd.
In regio Amsterdam en in de regio’s in het noorden en oosten van Nederland blijft het ondernemersvertrouwen achter bij het landelijke beeld.
Conjunctuurenquête
De Conjunctuurenquête Nederland (COEN) is het gezamenlijke conjunctuuronderzoek van VNO-NCW, MKB Nederland, Centraal Bureau voor de Statistiek, Kamers van Koophandel en Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Dit onderzoek brengt vier keer per jaar de belangrijkste ontwikkelingen en verwachtingen van het Nederlandse bedrijfsleven in kaart, uitgesplitst naar regio en bedrijfstak. Daarbij wordt in de analyse en de vraagstelling ingespeeld op actuele ontwikkelingen. De enquête is gebaseerd op kwalitatieve verwachtingen van ondernemingen en geeft daarom een stemmingsbeeld van ondernemers over de huidige en toekomstige gang van zaken.