Auto van de zaak in 2006

ingevoerd op 2-6-2005

Auto van de zaak in 2006

Hogere lasten, meer risico
Met ingang van 1 januari 2006 verandert de fiscale behandeling van de auto van de zaak ingrijpend. Tot nu is het fiscale voordeel van de auto van de zaak in de regel een privé-aangelegenheid van de werknemer, maar vanaf 1 januari 2006 is dit een zaak van de werkgever.

Bijtelling auto van de zaak
Werknemers met een door de werkgever ter beschikking gestelde auto worden geacht hiervan een privé-voordeel te genieten. Dit voordeel wordt momenteel in de inkomstenbelasting belast met een forfaitaire bijtelling van 22% van de cataloguswaarde van de auto (2005).

En in 2006
Door de wijziging vanaf 1 januari 2006 komt het privé-voordeel van een ter beschikking gestelde auto onder de loonheffing. De werkgever dient - behoudens te leveren tegenbewijs – over dit voordeel maandelijks loon- en premieheffing af te dragen. Het voordeel van een auto van de zaak behoort vanaf 1 januari 2006 ook tot het loon voor de werknemersverzekeringen. Bij een loon beneden het maximale premieloon zijn werkgever en werknemer dus meer premies werknemersverzekeringen verschuldigd.

Een werkgever dient voor alle werknemers met een auto van de zaak, in beginsel 22% van de cataloguswaarde van de auto als loon in natura in aanmerking te nemen. Het voordeel dient tijdsevenredig toegerekend te worden.

Voorbeeld
Bij de werknemer met een auto van de zaak met een cataloguswaarde van € 30.000 dient op jaarbasis een bedrag van € 6.600 als loon in natura te worden aangemerkt. Dit betekent dat elke maand een bedrag van € 550 bij het loon moet worden geteld. Uitgaande van een belastingtarief van 42% zal deze werknemer dus € 231 per maand aan belasting betalen via zijn werkgever. Het netto-salaris zal dus met € 231 per maand omlaag gaan. Daarbovenop komen dan eventueel nog, voor zowel werkgever als werknemer, de premies werknemersverzekeringen.

Bewijs
Er vindt geen bijtelling plaats wegens privé-gebruik als de werknemer op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé rijdt met de ter beschikking gestelde auto. Dit tegenbewijs wordt nu door de werknemer bij zijn aangifte inkomstenbelasting geleverd. Vanaf 2006 is de werkgever medeverantwoordelijk voor het aanleveren van het tegenbewijs. Immers, de werkgever is dan degene die verantwoordelijk is voor de juiste afdracht van loon- en premieheffing.

Voorspellen
Het is moeilijk te voorspellen hoeveel kilometers een bepaalde werknemer in een jaar maakt. De werkgever kan natuurlijk de voor hem veiligste weg kiezen en standaard de bijtelling tot het loon rekenen. De werknemer kan dan in de aangifte inkomstenbelasting aantonen dat er geen bijtelling voor privé-gebruik plaatsvindt. Dit kan echter pas na afloop van het belastingjaar.

Eigen bijdrage van de werknemer
Een ander attentiepunt is de eigen bijdrage van de werknemer. Alléén bijdragen van de werknemer in verband met privé-gebruik mogen in mindering worden gebracht op de bijtelling.

Tot slot
De verwerking van de auto van de zaak in de loonadministratie brengt de nodige administratieve lasten met zich mee. Werkgevers lopen vanaf 2006 fiscaal risico als de auto van de zaak niet op een juiste manier wordt verloond.